Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Uit den mond der [6]kinderkens en der [7]zuigelingen hebt Gij [8]sterkte [9]gegrondvest, om Uwer [10]tegenpartijen wil, om den vijand en [11]wraakgierige te doen [12]ophouden. 6. Versta, zodanige kinderen, die nu spraak en verstand beginnen te gebruiken, die op straat lopen spelen. Verg. Jer.6:11, en Jer.9:21; Klaagl.1:5; Matth.21:16; hoewel het Hebr. woord anders gebruikt wordt. Zie Job 3:16. 7. Aan wie God zijn wonderlijke macht, goedheid en voorzienigheid alzo bewijst, dat zij daarvan een krachtig en onwedersprekelijk bewijs zijn. Waarop de Heere Christus deze woorden gepast heeft, zie Matth.21:16. 8. Anders, krachtigen, of sterken lof; dat is, lof uwer kracht, of sterkte. Alzo hfdst.29 vs.1; hfdst.96 vs.7 en hfdst.118 vs.14. Verg. Matth.21:16. 9. Dat is, vastelijk geordineerd, besloten en volbracht. Verg. Esth.1:8, en hfdst.11 vs.3. 10. Dat is, om de loochenaars en bespotters van uw goddelijke regering en voorzienigheid te beschamen. 11. Hebr. dengene, die zich wreekt. 12. Om hem te bedwingen en van zijn lasterlijk voornemen te doen afstaan.